Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ik zal haar, die hinkende was, [17]maken tot een [18]overblijfsel, en haar die verre henen verstoten was, tot een [19]machtig volk; en de HEERE zal [20]Koning over hen zijn op den berg Sions, van [21]nu aan tot in eeuwigheid. 17. Hebr. stellen. 18. Zodat er nog van de Joden, of Israel, een deel geloven en behouden zullen worden door de Messias. Zie Rom.11:5. 19. Door de beroeping en toevoeging van de heidenen; gelijk vs.1,2. 20. Of, over henlieden regeren. 21. Dat is, van de tijd af, dat de Heere dit genadewerk verricht; dat is, aan zijn koninkrijk zal geen einde zijn, gelijk Luk.1:33, alzo Jer.9:6.